Waar ligt de behoefte van de leerkracht?

Waar ligt de behoefte van de leerkracht?

Het aanhoudende lerarentekort blijft een belangrijk onderwerp van gesprek. Dit jaar zijn er in het voorgezet onderwijs 600 leerkrachten te kort. En volgens de berekeningen van onderzoeksbureau Centerdata stijgt het aantal volgend jaar naar meer dan 800. Scholen worden wanhopig en proberen de leerkrachten te verleiden met auto’s en bonussen. Maar is dit wel de manier om ze aan te trekken of ligt de behoefte van de leerkracht ergens anders?

De belangrijkste conclusie is dat leraren meer vrijheid willen en dat het schort aan toekomstperspectief. Reden voor Roler om werkondernemerschap bij onderwijzend personeel te stimuleren en fors te investeren in de Roler Academie.

Lees hieronder het betreffende artikel van het Financieele Dagblad van maandag 9 mei 2017.

Leraar heeft geen leaseauto nodig, maar meer vrijheid

Leraren die worden verleid met bonussen, hoge salarissen en leaseauto’s: de discussie over de jaarlijks toenemende lerarentekorten is op scherp gezet. Scholen zijn wanhopig, want alleen al in het voortgezet onderwijs zijn dit jaar ruim 600 leraren te weinig. Volgend jaar zijn dat er meer dan 800, berekende onderzoeksbureau Centerdata. Tegelijkertijd lossen een leaseauto of een zak geld deze omvangrijke tekorten niet op, zo stellen experts. De concurrentie van het bedrijfsleven maakt het probleem alleen maar urgenter. Met name bèta’s zijn gewild. Al voordat zij zijn afgestudeerd staan de IT-bedrijven en consultants in de rij met een leaseauto en een prettig startsalaris. Bovendien bieden de bedrijven een carrièreperspectief waaraan scholen vaak niet kunnen tippen. Wie een mooi cv wil opbouwen of een tijdje in het buitenland wil werken, kiest voor het bedrijfsleven.

Wat er aan schort

Maar het vak van leraar kent andere drijfveren. ‘Wie leraar wil worden doet dat om jonge mensen mooie resultaten te zien halen’, stelt Robert Mäkel, leraar Nederlands en secretaris van Leraren in Actie, die een brandbrief naar de politiek stuurden over de leaseauto’s. ‘Het verbeteren van een leerling geeft energie.’ Mits het ook lukt. ‘Door te grote klassen is de werkdruk vaak te hoog voor goede begeleiding’, zegt Mäkel. ‘Ik zie enthousiaste jonge leraren na een paar weken zie afhaken.’

De VO-raad concludeerde bovendien dat er te weinig aandacht is voor loopbaan- en loonontwikkeling en diversiteit in loopbaanprofielen. Uit onderzoek van Centerdata blijkt dat sommige scholen niet eens functioneringsgesprekken houden. Verder kunnen scholen de leraren lang niet altijd een volledige aanstelling bieden, zoals bij informatica. Het is dus niet zozeer de leaseauto of het hogere salaris waar de discussie om zou moeten draaien. Het helpt niet dat talent moet worden gelokt met lonen die ‘significant lager zijn dan de marktsector’, zoals de VO-raad opmerkt. Maar geld drijft de leraar niet. ‘Ik lever veel liever mooi onderwijs af, dan dat ik meer salaris krijg’, zegt Mäkel. Het probleem van de tekorten is fundamenteler. ‘De aantrekkelijkheid van het onderwijs staat hier ter discussie’, zegt Gisela Assenberg, rector op het Alfrink Collega in Zoetermeer en initiatiefneemster van de brandbrief aan de VO-raad.

Nieuwe aanwas

Er moet iets veranderen, zoveel is duidelijk. Volgens de VO-raad zit dat voor een belangrijk deel in een professionaliseringsslag op de scholen. Een sterk personeelsbeleid is cruciaal om de talenten van de leraren te zien en de onderwijsontwikkelingen door te kunnen voeren. Geef daarnaast de leraar meer vrijheid in de uitoefening van zijn beroep. De taken zijn ‘vaak dichtgetimmerd en op klokuren’ gebaseerd, wat de werkdruk verhoogt. Meer vrijheid in combinatie met feedback, levert een beter resultaat. En door de leraren meer samen te laten werken, ontstaan sterkere teams.
Verder moet er iets worden gedaan aan de nieuwe toestroom. De Universiteit Utrecht (UU) is vorig jaar met een groep andere universiteiten een schakelprogramma gestart om nieuwe doelgroepen op te leiden tot docenten informatica en scheikunde. De bestaande groep informaticaleraren, opgeleid eind jaren negentig toen het mogelijk was als leraar lichamelijke opvoeding informaticaleraar te worden, gaat met pensioen. En nieuwe aanwas is er nauwelijks. ‘De eerste tien leraren informatica zijn in Utrecht in opleiding,’ zegt Paul Bergervoet, vakdidacticus informatica aan de UU. ‘En de toestroom voor volgend jaar is groter.’ Lukt het de scholen daarnaast het vak aantrekkelijker te maken, dan ontstaan er mogelijk meer van dit soort initiatieven.

Bron: Financieele Dagblad